511
17 MAART 1981
inhoudelijk niet aan de orde is. Dat is juist; la
ten we daarover geen verschil van mening laten be
staan. Toen in commissieverband bleek dat de nota
niet de behandeling zou kunnen krijgen die zij
verdient, zijn we tot de conclusie gekomen dat het
beter zou zijn de nota wat op de achtergrond te
schuiven. Niet juist is dat het onze bedoeling zou
zijn geweest de nota in haar geheel door de raad
te laten aanvaarden of vaststellen. In het eerste
concept-besluit dat er heeft gelegen was slechts
sprake van het voorlopig vaststellen van uitgangs
punten. Dat hebben we later mede op verzoek van de
heer Veelenturf teruggenomen. Ik heb daar geen en
kele moeite mee; over de nota komen we later nog
uitvoerig te spreken.
In het voorstel dat op het ogenblik aan de
orde is, wordt tamelijk duidelijk een lijn voort
gezet waarmee al is gestart. Impliciet komen we
tot een bepaalde lijn van jongerenopvang die je,
op dit ogenblik in het land rondkijkend, de minst
slechte of, zo men wil, de best mogelijke zou kun
nen noemen. Ik zeg niet dat dit over drie jaar nog
steeds de enige en beste manier van werken zal
blijken te zijn. Het kan best zijn dat we dan an
dere dingen moeten doen, maar op het ogenblik is
dit de methode waarvan we, in het land rondkijkend,
denken dat zij aan de meeste doelstellingen wel
voldoet en dat zij best hanteerbaar is. We probe
ren heel kleinschalig te werken, zonder grote ge
bouwen waarvan maar een kleine groep gebruik maakt,
zoals we bij de Pluu hebben ervaren en zoals ook
in andere steden bij grotere jongerencentra ge
beurt. Heel flexibele, eventueel verplaatsbare ac
commodaties bieden de mogelijkheid om heel snel op
allerlei ontwikkelingen in te springen. Een derde
uitgangspunt is: een heel duidelijke en grote eigen
verantwoordelijkheid voor de groepen die er ge
bruik van gaan maken. Geen paternalisme, geen be
geleiding die in feite de mensen maar aan een
touwtje laat hangen, maar ze zo veel mogelijk zelf
laten bepalen wat er gebeurt. Ik denk dat we die