513
17 MAART 1981
een keuze komt. Ik denk enkele sprekers hebben
er vragen over gesteld -- dat het wel zal lukken.
De heer De Brouwer heeft gevraagd of de sub
sidievoorwaarden niet te knellend zullen zijn. An
deren, ook in de commissievergadering, hebben zich
in soortgelijke zin uitgelaten. Wij hebben subsi
dievoorwaarden opgesteld die naar onze mening te
hanteren zijn. Dat blijkt bij andere groepen nu
ook al het geval te zijn, want het is niet zo dat
we geen enkele groep onder dak hebben gebracht. De
Freetimers en de groep-Heusdenhout zitten bijvoor
beeld in eigen accommodaties en daar blijkt het
wel te kunnen. Landelijk is ook de ervaring dat
het kan. Ik vind dat het tot de eigen verantwoor
delijkheid van een groep hoort dat zij aan bepaal
de voorwaarden kan voldoen. Dat moet kunnen. Wèl
mag men van ons vragen dat wij een groep niet op
een gulden of op één of twee leden laten hangen.
Integendeel: we zullen met de jeugdadviesraad en
met de instellingen proberen de subsidievoorwaar
den niet formalistisch, maar naar de bedoeling te
hanteren. Dit betekent dat de subsidievoorwaarden
op zich hard zijn, maar dat we bij de beoordeling
van de mate waarin het niet voldoen aan de voor
waarden consequenties moet hebben de omstandighe
den waarin de mensen verkeren mede in het oog zul
len houden. Een zekere soepelheid op dat punt is
zeker te verwachten.
De vraag is gesteld of we met deze opvang via
aparte accommodaties nu op de enige goede weg zijn.
Ik denk dat we moeten vaststellen dat het zeker
niet de enige weg is, maar dat het voor Breda de
enige snelle weg is waarlangs iets kan worden be
reikt. Naar mijn mening zouden welzijnsinstellin-
gen de accommodaties in principe voor de jongeren
moeten open stellen, maar wanneer dat om bouwkun
dige redenen of bezettingsredenen niet mogelijk is,
zal er toch een andere oplossing moeten worden ge
vonden, en die proberen we nu te realiseren.
De heer Koertshuis heeft nog twee vragen ge
steld waarover ik iets wil zeggen. In de eerste