517 17 MAART 1981 de beleidsvoornemens, die in de begroting 1981 zijn opgenomen". Ik stel vast dat we ons allemaal over de hier bedoelde beleidsvoornemens hebben uitgesproken en dat de meerderheid van de raad zich erin heeft kunnen vinden. Onder de aangehaal de zinsnede staat: "M.b.t. dit laatste punt wordt u via dit voorstel uitgenodigd te besluiten." Hieraan is naar mijn mening onlosmakelijk de con clusie verbonden dat de discussienota er niet bij betrokken is. Dat bespreking van de discussienota nog on voldoende zou hebben plaatsgevonden, is ook on juist: de bespreking heeft in het geheel nog niet plaatsgevonden Over punt 1 van het in het amendement voorge stelde besluit bestaat geen verschil van mening: dit punt komt overeen met hetgeen door het college wordt voorgesteld. Door punt 2 over te nemen zou echter de raad volgens mij twee keer de vernieling in kunnen gaan. Ten eerste schieten we op deze ma nier misschien naast de subsidie van C.R.M. en van de provincie. Bovendien: als we een zo "kale" uit spraak doen, volstaan we met het voteren van 300.000,iets wat we bij de begrotingsbehan deling al hebben gedaan. Ik zou de V.V.D-fractie willen uitnodigen aan te geven wat zij met deze 300.000,zou willen doen. Het voorstel van het college lijkt mij veel beter. Daarin worden zeer concreet bestemmingen aangegeven. Wij wijzen het amendement met klem af en we steunen het voorstel van het college. De heer DE BROUWER: Wij zijn van mening dat het amendement is achterhaald door het gewijzigde ontwerp-besluit en door het betoog van de wethou der, terwijl we aan de retoriek van de overwegin gen geen behoefte hebben. De heer GARRITSENAan het amendement heb ik dat zal duidelijk zijn geen behoefte. Overi gens is het misschien niet zo elegant van de V.V.D.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 517