527
17 MAART 1981
voor de burgemeester gezegd. In het kader van de
bezuinigingsmaatregelen die door de centrale over
heid zijn aangekondigd staat de autokostenvergoe'-
ding voor wethouders en directeuren/ambtenaren in
schrille tegenstelling tot hetgeen de burgers moe
ten inleveren.
Onze overwegingen zijn dat in het kader van
de bezuinigingen op belangrijke gemeentelijke be
leidsvelden een kritische doorlichting van het
systeem van toeslagen en vergoedingen in onze eigen
organisatie noodzakelijk is, alsmede dat de ge
meente de autokosten van wethouders en ambtenaren
in redelijkheid dient te vergoeden. Onduidelijk is
voor ons of tegenover een vaste vergoeding ook
werkelijk een bepaald aantal gereden kilometers
staat. Op grond van deze overwegingen dienen wij
een motie in waarin de opvatting is neergelegd dat
autokosten van wethouders en ambtenaren op decla
ratiebasis en tegen het rijkstarief dienen te wor
den vergoed.
De motie-Dreef luidt als volgt:
"De gemeenteraad van Breda, in vergadering bijeen
op 17 maart 1981;
gehoord de beraadslagingen omtrent agendapunt 17
bijlage 97;
overwegende dat:
a. de bezuinigingen op belangrijke gemeentelijke
beleidsvelden vragen om zeer kritisch doorlich
ten van het systeem van toelagen en vergoedin
gen in de eigen organisatie;
b. de gemeente autokosten door wethouders en amb
tenaren voor de dienst gemaakt in redelijkheid
dient te vergoeden;
c. echter in veel gevallen onduidelijk is of te
genover een vaste "autovergoeding" ook