533
17 MAART 1981
Noord-Brabant op een financieel verant
woorde wijze een regionale omroep van de
grond te tillen."
De VOORZITTER: Wie wenst nog het woord voor
het afleggen van een stemverklaring, uitsluitend
over het amendement dat door de C.D.A.-fractie is
ingediend?
De heer DE BROUWER: In de commissie hebben
wij betoogd dat wij tegen gemeentelijke financie
ring, in welke zin dan ook, van een provinciale of
regionale omroep zijn. Wij bevinden ons wat dit
betreft in het goede gezelschap van minister Gar
deniers die financiering van een dergelijke omroep
bij uitsluiting een taak van de provincie acht.
Men kan zeggen dat het nu slechts om het betuigen
van adhesie gaat, maar wij zien zulks toch als de
eerste stap op een hellend vlak.
Wat de amendementen van het C.D.A. en van de
P.v.d.A. betreft: ik denk dat het voor een stich
tingsbestuur niet plezierig is aan zijn broek te
krijgen dat het iets op financieel en maatschappe
lijk verantwoorde wijze wordt geacht te doen. Een
dergelijke handelwijze is nu eenmaal inherent aan
een stichting en op deze manier lijkt het net als
of men een louche B.V.bestaande uit koppelbazen,
iets wil opdringen.
De heer GARRITSEN: Met de uitleg die aanvan
kelijk werd gegeven, had ik veel moeite. Nu is er
een andere uitleg gegeven, maar ik zou verwachten
dat de tekst van het C.D.A.-amendement daaraan dan
ook zou worden aangepast. In het amendement van
het C.D.A. zit naar mijn mening te veel ruimte en
ik kan het dan ook niet steunen.
De VOORZITTER: Ik meen dat we nu tot stemming
moeten overgaan. Het merkwaardige feit doet zich
voor dat het amendement van de heer Oomen eigen
lijk een amendement op het reeds eerder ingediende