535 17 MAART 1981 wel blijken wat wij willen. Gezien de uitslag van de stemming kan ik niet anders doen dan het amen dement intrekken. Ingetrokken zijnde maakt het amendement-Oomen geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De VOORZITTER: Wij kunnen vaststellen dat, met inachtneming van de wijziging die het amende- ment-Gielen heeft aangebracht, het voorstel van burgemeester en wethouders bijlage nr. 100 is aan vaard De heer OOMEN: Sorry, u zou ons kunnen vragen wat we ervan vinden! Ik zou graag een stemverkla ring willen afleggen. Uw conclusie is onjuist.' De VOORZITTER: U hoeft niet zo boos te zijn. De heer OOMEN: Ik wil graag een stemverkla ring afleggen. De VOORZITTER: Dat is goed. Het voorstel is door de raad geamendeerd en het is nu aan de orde. U wilt over het voorstel van burgemeester en wet houders een stemverklaring afleggen. Neemt u mij niet kwalijk. De heer OOMEN: De Pv.d.A.-fractie heeft in de pauze nog eens zorgvuldig gekeken naar de moge lijkheden van besluitvorming die zouden ontstaan als het C.D.A.-amendement zou worden aangenomen. Wij waren ervan op de hoogte dat het C.D.A. vana vond opnieuw zou uitleggen wat de bedoeling van het amendement is. In het amendement staat onder meer dat de omroep in een maatschappelijk verant woord kader moet werken; daar kunnen wij niet om heen. De uitleg die nu is gegeven, houdt in dat men volgens democratische spelregels moet functio neren. Verleden week zijn door het C.D.A. duide lijk opmerkingen gemaakt die gaan in de richting

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 535