15 APRIL 1981
575
verband met instemming het Program op hoofdpunten:
"Bij het milieubeleid staat welzijn voor allen en
niet welvaart voor enkelen centraal." Aangenomen
dat de overheid op het gebied van het milieu een
taak heeft, rijst de vraag welke deeltaken de ge
meente heeft en welke deeltaken voor het rijk en
de provincie bestemd zijn. De verdienste van de
ter tafel liggende nota is dat op deze vraag uit
voerig wordt ingegaan en dat de mogelijkheden van
de gemeente op het gebied van het voeren van een
eigen milieubeleid worden vastgesteld.
Wij hebben ook wel bezwaren tegen de nota.
Zij bevat nogal magere definities en af en toe een
wat kleurloze doelstelling. Een en ander had wat
ons betreft wel wat meer uitgesproken mogen zijn.
Het milieubeleid heeft eigenlijk drie "poten":
- het milieubeheer in ruime zin, met als
trefwoorden "ruimtelijke ordening", "ecolo
gie" en "natuurbehoud";
- de milieuhygiëne, met als trefwoorden "wa
ter", "bodem", "lucht", "geluid" en "volks
gezondheid"
- het milieubesef, met als trefwoord "educa
tie".
Ten aanzien van die drie aspecten zal volgens
het programakkoord een concreet en geïntegreerd
beleid moeten worden gevoerd. De nota die we nu
vóór ons hebben liggen betreft uitsluitend het
tweede aspect, de milieuhygiëne. Aangekondigd wordt
dat de andere aspecten nog aan de orde zullen ko
men, iets waarvoor we, gezien de enorme hoeveel
heid werk die eraan vast zit, wel begrip hebben.
In ieder geval beschouwen we de nota als een deel-
nota en niet als de toegezegde nota over het gehe
le milieubeleid vanuit het programakkoord.
Een volgend punt. Waarom komt in de nota een
reserve tot uiting jegens de relatie tussen ruim
telijke ordening en milieu? Ik wijs in dit verband
op het CDA.-programma 1981 "Om een zinvol be
staan",, een programma dat velen nog niet zullen
kennen omdat het nog erg nieuw is. Hoofdstuk 6