578 15 APRIL 1981 ziet als een inventarisatie van de bestaande wet ten, met daaraan gekoppeld een aantal actiepunten, zonder dat in dit stadium al van een geïntegreerde beleidsvisie kan worden gesproken. Men kan geen ijzer met handen breken, de problemen komen op ons af stormen en ik denk dat het college stap voor stap het gehele beleid moet gaan uitbouwen. Tegen deze achtergrond moeten onze eerste, nogal kriti sche commentaren worden gezien: de nota is een inventarisatie, een handboek en er is niet meteen sprake van een beleid. Wij wachten dan ook met spanning op aanvullende en nieuwe voorstellen die op deze inventarisatie gebaseerd zijn. Opvallend is ook de heer Kammeraat is daarop zojuist ingegaan het ontbreken van pun ten die ten aanzien van de ruimtelijke ordening en het milieu aan de orde moeten worden gesteld. Wat in de nota over ruimtelijke ordening en milieu staat is, nog sterker dan de andere passages van de nota, slechts een inventarisatie van de stand van zaken zonder dat er actiepunten aan verbonden zijn, zij het dat bij wijze van enig actiepunt wordt toegezegd dat naar ik meen vóór 1983 een no titie over dit onderwerp zal verschijnen. Dit is naar mijn mening te mager en ik dring er dan ook bij het college op aan de relatie zo snel mogelijk duidelijk te stellen en tot uiting te brengen dat de milieuzorg ten aanzien van de ruimtelijke orde ning niet volgend is, maar wellicht op een aantal punten zelfs voorschrijvend zal moeten zijn. Vervolgens nog een korte opmerking over de reacties van de Kamer van Koophandel, aansluitend op een algemene instelling die ik het college al tijd probeer voor te houden. Als men bezig is mi lieunormen vast te stellen, maatregelen in het vooruitzicht te stellen enzovoorts, moet men zich er terdege van bewust zijn dat niet alleen de overheid de taak heeft maatregelen op te leggen en op de uitvoering toe te zien, maar dat ook de bur gerij en het bedrijfsleven de taak hebben hun vol le medewerking te verlenen. Dit betekent dat er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 578