15 APRIL 1981
583
medewerkers bij bestaande afdelingen of bureaus.
Onze fractie heeft al bij diverse gelegenheden ge
pleit voor een eigen milieudienst. We kunnen nu
weer waarnemen, over hoeveel schijven het milieu
beleid loopt -- ik noem het EnWa-bedrijfde dienst
openbare werken en het vervoerbedrijf en we
hebben dan ook weinig hoop op een goede coördina
tie in de toekomst. In de nota is zelfs al sprake
van een aparte milieucommissie die het college zou
moeten adviseren. Onze fractie kan zich er wel in
vinden dat de onderzoeksgroep een advies moet uit
brengen over de meest wenselijke organisatie ter
uitvoering van het in de nota milieuhygiëne 1981
geformuleerde beleid, maar wij vinden dit toch te
vrijblijvend. Wij willen dan ook de raad om een
uitspraak over de organisatie en coördinatie vra
gen. Er is een groot aantal ambtenaren bij de ac
tiviteiten betrokken en er gaat veel tijd aan on
der andere de coördinatie verloren. Er kunnen zo
wel tijdsproblemen als prestigeproblemen ontstaan.
Ik dien bij dezen een motie in, waarvan de tekst
reeds bekend is gemaakt.
De nota is in het kader van de inspraak aan
vier instanties verstuurd. Er zijn twee inspraak
avonden geweest die slecht werden bezocht. Zes in
stanties hebben gereageerd en vele reacties zijn
verwerkt in de nota. Geconstateerd kan dan ook
worden dat vele reacties zeker hebben geleid tot
het aanscherpen van de gedachtenvorming over de
nota.
Vóór de behandeling in de commissie zijn ter
nadere toelichting gesprekken met de Brabantse
Milieufederatie en de Kamer van Koophandel gevoerd.
Tijdens de advisering in de commissie is uitvoerig
gediscussieerd over de vraag of de nota al dan
niet voor kennisgeving zou moeten worden aangeno
men, een vraag die zich trouwens ook bij andere
nota's voordoet. De P.v.d.A.-fractie is van mening
dat deze nota niet voor kennisgeving moet worden
aangenomen, omdat zij daardoor wat de uitvoering
betreft zou worden afgezwakt.