58
12 JANUARI 1981
De VOORZITTER: Dames en heren. Van mijn kant
een enkele opmerking naar aanleiding van wat er is
gezegd. Hoe een dergelijk klachtenbureau zich zou
kunnen ontwikkelen, laat zich niet voorspellen. De
heer Garritsen heeft er nogal wat verwachtingen
van en die verwachtingen bestaan ook wel elders.
Er is echter, zoals het initiatief op dit ogenblik
is ingebracht, mede met het oog op het territori
aal karakter waarop de heer Taks terecht heeft ge
wezen, bepaald geen aanleiding om tot subsidiëring
over te gaan. Ik geloof dat we op zijn gunstigst
moeten afwachten en eens moeten kijken hoe een en
ander zich zal ontwikkelen, maar veel verwachtin
gen moet men daarvan naar mijn mening niet hebben.
Ik wijs erop dat staat ook in het voorstel
dat het Wetboek van Strafvordering talloze midde
len biedt om juist de belangen van de burgers te
beschermen. Het zou veel te ver voeren als ik op
die bepalingen zou ingaan.
Van even grote betekenis is t- ik stel dat
met nadruk vast -- dat juist aan de behandeling
van klachten bij de politie meer dan gewone aan
dacht wordt geschonken. U hebt wellicht vernomen
dat in de nieuwe Politiewet de behandeling van
klachten zeer nadrukkelijk de aandacht krijgt: er
wordt veel mee gewerkt en er wordt niets over het
hoofd gezien. Of het nu ook zal gebeuren zoals de
nieuwe Politiewet het voorschrijft, is iets anders.
De hoofden van politie in het algemeen in Neder
land ik reken mijzelf daar ook toe zijn na
melijk bepaald van mening dat de behandeling van
klachten over de politie zeer serieus, maar ook
dicht bij de bron dient plaats te vinden. In dit
verband kan ik mededelen waarschijnlijk bent u
er al van op de hoogte - dat wij in Breda, in sa
menwerking met Oosterhout en Etten-Leurwaar de
gemeentepolitie functioneert, een methodiek hebben
ontwikkeld om juist dicht bij de bron, dus in Bre
da, in Oosterhout en in Etten-Leur, geweldig kien
op klachten te zijn en ze met grote prudentie en
nauwgezetheid te behandelen. Ik wil graag, in de