592 15 APRIL 1981 enorme hoeveelheden die mogelijk over de Bredase wegen gaan weet u niets af. Ik vind dat een slech te zaak. Wethouder BROOIMANSJammer, maar het is niet anders. De heer GARRITSEN: Wilt u het uitzoeken? Wethouder BROOIMANS: Dat zal ik zeker doen. Ik heb het aangekruist en dat is voor mij voldoende. De heer TEN WOLDE: Ik zou bijna willen zeggen dat de milieuvervuilende opmerkingen van de heer Garritsen de verontrusting over het milieu doen toenemen en als zodanig vervuilend werken. De heer GARRITSEN: Dit vind ik toch wel een ontzettende opmerking.' Als er atoomwapens over Bredase wegen rijden, neemt u daar zo maar kennis van en. De VOORZITTER: Wij sluiten dit gedeelte van het debat. Er is een toezegging van de kant van de wethouder en daar moeten we het in dit stadium bij laten Wethouder BROOIMANS: Over de inzameling van oud papier is een notitie in voorbereiding. Het "wegbestemmen" van bedrijven is een on derwerp op het terrein van de ruimtelijke ordening. Over de relatie met het terrein van de ruimtelijke ordening heb ik zojuist al iets gezegd. De heer Garritsen is daarnaast ingegaan op het ter inzage leggen van Hinderwetstukken. Ik zal nagaan of daaraan aandacht kan worden geschonken. Voor de zoveelste maal is de heer Garritsen op Mermans teruggekomen. Hij mag dat van mij ge rust doen, maar de "zogenaamde" verplaatsingssub sidie die hij ter sprake brengt, heeft weinig met het milieuhygiënebeleid te maken. In het kader van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 592