15 APRIL 1981 607 niet even ophouden? Dat is misschien toch beter. Ik verzoek de heer Van de Steenoven door te gaan met hetgeen hij wilde zeggen. De heer VAN DE STEENOVEN: Er ontstaat een wat lacherige sfeer. Ik denk dat men aardig weet te schetsen hoe ernstig de situatie is, maar dat ie dereen aarzelt als het werkelijk nodig is de con sequenties onder ogen te zien. Met de opmerking van de heer Kammeraat ben ik het niet eens. De werkgelegenheidssituatie in onze gemeente is op het ogenblik zó zorgwekkend, dat we dienen te be seffen dat we als overheid de grootste werkgever zijn en dat we jaarlijks een enorm kapitaal uit te geven hebben, met grote consequenties voor de werk gelegenheid. Dit zullen we heel goed moeten over denken. De heer DE BROUWER: Onze fractie vraagt zich, in zekere zin mèt de heer Van de Steenoven, af of dit voorstel niet te vroeg op onze tafels is geko men, te vroeg, omdat we onlangs hebben mogen ver nemen dat het rijk een groot aantal bezuinigingen in de richting van de gemeentebesturen doorschuift Het zou best eens kunnen zijn dat tegen die ach tergrond het onderhavige voorstel drastisch dient te worden herzien. Ik weet niet of de wethouder het op prijs stelt het voorstel toch te behandelen maar aannemend dat dit het geval is, wil ik mijn betoog vervolgen. Zoals wij in de commissie al te kennen hebben gegeven, geldt ons bezwaar met name punt 3 van het concept-besluit, waarin het gaat om de voorstellen tot voorlopige budgetverdeling. Onze argumentatie is tweeërlei. In de eerste plaats blijkt bij dit gemeentebestuur "voorlopig" nooit voorlopig te zijn: de raad wordt hier straks toch aan opgehan gen. In de tweede plaats is de verdeling uiterst star: de procentuele verdeling voor 1982 wijkt niet noemenswaard af van die voor 1981 en een po litieke keuze wordt naar onze mening uit de weg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 607