15 APRIL 1981 609 De heer SUURMEIJER: Tijdens de vergadering van de commissie financiën ben ik reeds uitvoerig op het voorstel over de voorlopige budgetverdeling voor de jaren 1982 tot en met 1985 ingegaan, zodat ik meen hierover niets meer te hoeven zeggen. Ik zal mij beperken tot een algemene opmerking ten aanzien van dit stuk. De V.V.D.-fractie heeft dit voorstel louter en alleen beoordeeld op zijn finan- cieel-technische uitgangspunten. Onzerzijds zal op dit ogenblik geen politieke opstelling worden ge kozen. Na afronding van de bezinning in het colle ge op het hiermee te voeren beleid zal door de V.V.D.-fractie worden beoordeeld in hoeverre wij ons in dat beleid kunnen herkennen. In deze beoor deling zal ook de nu geëtaleerde tariefverhoging onroerend-goedbelasting ter discussie staan, een en ander in het licht van de huidige sociaal-eco nomische ontwikkelingen welke bij de invoering van dit systeem van indexeringen niet waren te voor zien Tot slot nog een vraag. Via de krant werden wij gisteren opnieuw geconfronteerd met een door de rijksoverheid aan de gemeenten op te leggen be zuinigingsronde. Wordt ook met deze bezuiniging door de commissie heroverweging gemeentelijke uit gaven rekening gehouden? De heer GARRITSEN: Het voorstel ter bepaling van de budgetcapaciteit en de budgetverdeling ziet er ieder jaar traditioneel hetzelfde uit, terwijl de politieke onderbouw er niet bij is. Er zou dit keer bij de voorbereiding van de begroting in het college over het beleid worden gepraat. Blijkbaar heeft er inderdaad een bezinning plaatsgevonden en dat zou toch eigenlijk moeten uitmonden in een no titie waarin wordt aangegeven wat men wil gaan doen. Uit bladzijde 7 van het voorstel blijkt ech ter dat men de voorlopige ruimte voor nieuw beleid nog moet invullen. Ik vraag mij af hoe men nu in vredesnaam een dergelijke ruimte kan bepalen als men niet eens weet wat men ermee gaat doen en waar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 609