15 APRIL 1981
611
toevoegen dat ik, om mij heen kijkend, nog niet
zou willen spreken over magere jaren, maar hooguit
over magerder jaren. Naar ik hoop zal de profetie
van Jozef in dezen niet bewaarheid worden. Overi
gens heeft de heer Eissens een duidelijk beeld ge
schetst van hoe het ons sinds de Tweede Wereld
oorlog is vergaan, alsmede van de enorm goede in
frastructuur waarover we beschikken, van onze gun
stige ligging en van onze hoge graad van scholing.
Ik ben van mening en ik denk dat het col
lege het met mij eens is dat we inderdaad een
meer zorgvolle tijd tegemoet gaan. Hoewel mis
schien de betekenis van de voorlopige budgetverde
ling en de voorlopige budgettaire capaciteit enigs
zins wordt onderschat, is het duidelijk de bedoe
ling tot uiting te brengen dat het college zorgen
heeft voor de naaste toekomst. Wij hebben er juist
door middel van dit voorstel op willen aandringen
dat men daaraan in de eerstkomende maanden bijzon
dere aandacht besteedt.
Voor "doem-denken"zo zegt de heer Eissens,
is geen plaats. Ik meen dat hij daarin gelijk
heeft. Wat gevraagd moet worden en ik spreek
daarmee ook in de geest van de opmerkingen van de
heer Van de Steenoven is de durf om om te scha
kelen en wellicht zelfs terug te schakelen. Lande
lijk gezien is er inderdaad sprake van een finan
cieringstekort dat bepaald zijn effecten niet zal
missen, ook niet in de richting van onze stad. Wij
krijgen beperktere mogelijkheden, ook voor het
opereren op de geldmarkt zoals het ons het gerie
felijkst zou uitkomen. Dat is gewoon een realiteit
waaraan wij niet voorbij kunnen gaan.
Diverse sprekers zijn ingegaan op het voor
stel dat ter tafel ligt. Er is zelfs gezegd dat er
sprake is van een anti-politiek stuk. Ik ben het
niet vaak met de heer Garritsen eens, maar in dit
geval heeft hij terecht gezegd dat de politieke
onderbouw er niet bij is. Ook in de commissie is
over deze kwestie een opmerking gemaakt. Er is ge
zegd dat tijdens de commissievergadering geen