616 15 APRIL 1981 Misschien kan ik beter zeggen dat de heer Van de Steenoven er op zichzelf wel uit is, maar dat in zijn fractie naar ik heb begrepen nog niet ieder een op één lijn zit. In ieder geval is het inte ressant eens te horen hoe de heer Van de Steenoven ook bij afweging tegen andere maatregelen zijn standpunt kan verdedigen. Misschien zal ik dat nog wel eens in de commissie mogen vernemen. Als ik zie bijna dagelijks wat het betekent dat mensen woningen krijgen, wat voor inspanningen zij zich daarvoor getroosten en wat voor inkomensbe standdeel, straks misschien nog meer dan nu, voor het wonen moet worden gebruikt, dan ben ik er zeer huiverig voor, zonder meer met de gedachte van de heer Van de Steenoven mee te gaan. De winsten van het EnWa-bedrijf maken, zoals alle raadsleden we ten, deel uit van de algemene middelen van de ge meente en worden benut op de wijze die mede door de raad is aangegeven. De VOORZITTER: Ik constateer dat er nog be hoefte aan beraadslagingen in tweede termijn is en ik stel voor die dan na de pauze, om kwart over negen, te houden. Ik schors de vergadering. PAUZE De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. De heer GARRITSEN: Ik zou willen vragen hoe de samenstelling is van de commissie die zich met de heroverweging gaat bezighouden. Maakt ook de wethouder van financiën van die commissie deel uit en, zo nee, wat zijn de motieven om hem niet van wege het college aan de werkzaamheden van de com missie te laten deelnemen? De heer VAN DE STEENOVEN: Ik wil ingaan op enkele misverstanden die kennelijk bij de heer Van Banning over mijn opmerkingen in eerste ter mijn bestaan. Om te beginnen heeft hij zich gekeerd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 616