15 APRIL'1981
619
ik vanavond heb gezegd: hij heeft enige punten uit
de commissievergadering genoemd. Ik wil nog eens
herhalen wat ik hier als fractiestandpunt naar vo
ren heb gebracht. Wij zijn van mening dat de belas
tingen die de gemeente zelf in de hand heeft, kri
tisch moeten worden bekeken aan de hand van de
vraag hoe zwaar de laagst betaalden daarmee worden
belast. Van de laagst betaalden staat de koopkracht
op het ogenblik het hardst onder druk en daar komen
de klappen ook het hardst aan. Ik ben niet zo on
der de indruk van het betoog van de wethouder, in
houdende dat de mensen die een eigen woning hebben,
zulke zware lasten te dragen hebben. Ik denk dat
dat voor een enkeling zal gelden, maar dat vele
anderen mede door ons belastingstelsel juist met
een eigen woning heel riant zitten. Je kunt dan
ook naar mijn mening helemaal niet zeggen dat de
mensen met een eigen woning zo sterk worden getrof
fen. Iemand die op het ogenblik gedwongen is in
een nieuwe huurwoning te gaan wonen zal vaak op
veel hogere lasten zitten dan iemand in een oude
koopwoning. Dat verhaal vind ik dus te ongenuan
ceerd. Ik wil de onroerend-goedbelasting kritisch
bekijken aan de hand van de mate waarin zij de men
sen met de laagste inkomens treft. In dat verband
herhalen wij de suggestie die we al jaren lang heb
ben gedaan: het instellen van bijvoorbeeld een be
lastingvrije voet.
Wethouder VAN BANNING: De heer Garritsen heeft
gevraagd wie er deel uitmaken van de commissie
heroverweging uitgaven gemeente. Ik kan daarop ant
woorden dat de commissie bestaat uit drie wethou
ders, te weten de heren Van Dun, Sandberg en Wel-
schen, alsmede uit de gemeentesecretaris en een
aantal deskundige ambtenaren uit verschillende dis
ciplines. De wethouder van financiën maakt van de
commissie geen deel uit. Weliswaar participeert
wel iemand vanuit de sector financiën, maar het is,
lijkt mij een goede zaak dat niet specifiek de wet
houder in de commissie zit, juist misschien om te