622 15 APRIL 1981 zichzelf en ik geloof dat daarmee niet de juiste weg wordt gevolgd. Ik weet niet of de wethouder deze mening deelt of dat hij ons bezwaar kan ont zenuwen. In de commissie sociale zaken is gezegd dat de personeelsconsequenties van dit voorstel slechts op een verschuiving neerkomen; in de commissie fi nanciën is daarentegen gemeld dat de invoering van het nieuwe systeem tot een uitbreiding van het aantal personeelsleden zal leiden. In de derde plaats: beschikt men reeds zwart- op-wit over de toezegging van het rijk dat de meerkosten bij de centrale overheid kunnen worden gedeclareerd? Wethouder VAN BANNING: Ik denk dat de heer De Brouwer een niet geheel juist inzicht in de gang van zaken heeft. Ook in de commissie heb ik geprobeerd een verduidelijking te geven. Het is namelijk niet juist het C.B.T. als een niet-objec- tieve instantie te betitelen. Het C.B.T. is een bedrijf dat onder gemeenschappelijke verantwoorde lijkheid van Breda en Tilburg functioneert; je zou het bijna kunnen beschouwen als een dienst van de eigen gemeente. Ik meen dat het C.B.T. terecht ad vies heeft uitgebracht, maar naast het advies van het C.B.T. krijgen wij adviezen van de afdeling C.P.V. I., die eerst recht onderdeel van de ge meentelijke organisatie uitmaakt. Ook deze afde ling adviseert met grote deskundigheid. Bovendien spreekt het vanzelf dat de gebruiker zelf, de so ciale dienst, in dezen meepraat en zelfs een bij zonder zware stem in het kapittel heeft. Alle voors en tegens zijn overwogen. Afgezien daarvan: er wordt geen nieuw systeem ingevoerd. Het gaat hier om vervanging van verou derde apparatuur, zoals ik ook in de commissie heb gezegd. De apparatuur is zelfs in die mate verou derd, dat het hoogst urgent is een beslissing te nemen, willen wij de cliënten van de sociale dienst op tijd blijven bedienen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 622