644
15 APRIL 1981
40. bijlage nr. 146.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
ONBEWOONBAARVERKLARING VAN DE WONINGEN VEE
MARKTSTRAAT 64-64A EN 64B. (D)
De heer HENDRIKSEN: Na de schriftelijke be
antwoording van de vorige week is bij ons nog één
vraag blijven liggen, een vraag die een beetje
voortkomt uit ervaringen in het verre verleden.
Wij vragen ons namelijk af of het mogelijk is dat
bij een onbewoonbaarverklaring het betrokken pand
vanwege de bouwkundige toestand wordt gesloopt
zonder dat de raad of de raadscommissie daarover
wordt geïnformeerd. Mocht iets dergelijks in de
toekomst ter discussie komen, dan zullen de
P.v.d.A.-commissieleden het op hoge prijs stellen
tijdig te worden geïnformeerd. Kan dat?
Wethouder VAN DUN: Ik krijg de indruk dat de
heer Hendriksen niet één, maar twee vragen stelt.
Zijn eerste vraag was naar ik meen: is het, als de
raad met deze onbewoonbaarverklaring akkoord gaat,
mogelijk dat het pand wordt gesloopt? Het formele
antwoord op die vraag is: ja, dat is mogelijk. De
tweede vraag van de heer Hendriksen komt erop neer
dat hij wil weten of het mogelijk is de commissie
op de hoogte te stellen van een voornemen tot
sloop of besluitvorming dienaangaande. Dat is in
derdaad mogelijk, maar ik kan er geen toezegging
over doen. Voor zover het college iets met het
sloopregime te maken heeft, is het een zaak van
het college zelf, waarbij wij sloopvergunningen
afgeven waar dat mogelijk is. Als ik nu zou zeggen
dat men van alle voornemens tot sloop tijdig be
richt krijgt, zou ik te diep in eigen vlees snij
den. Ik kan dat gewoon niet toezeggen.
De heer HENDRIKSEN: In onze fractie is op
grond van ervaringen met andere panden in de Vee-
marktstraat ongerustheid gerezen. Ik kan mij voor
stellen dat de wethouder niet op voorhand kan