667 21 APRIL 1981 college een nota vervaardigde, die wij vanavond in de raad kunnen bespreken. Als één van degenen die in de voorbereidingsgroep voor het projectteam Hoge Vucht zitting hadden, kan ik niet nalaten het projectteam, de bewoners, de leden en de betrokken ambtenaren lof toe te zwaaien voor de consciënti euze wijze waarop zij het lijvige beleidsplan tot stand hebben gebracht. Anderzijds wil ik ook de kanttekening plaatsen dat de Hoge Vucht té lang alleen maar onderwerp van studiebespreking en gesprek is geweest. Het wordt langzamerhand de hoogste tijd dat wij in de Hoge Vucht iets gaan doen. Met het beleidsplan en de daaruit afgeleide nota én de lijst van prioriteiten verschaft u ons nu de route voor de komende jaren. Wij weten nu niet alleen de weg die wij hebben te gaan, maar u zorgde ook voor een financiële onderbouw. De be woners van de Hoge Vucht mogen daaruit afleiden dat het de raad ernst is dat hij iets voor hun wijk over heeft. Een extra investeringscapaciteit van 5,1 miljoen verzekert het beleidsplan van uitvoering in de komende vier jaar. De grondex ploitatie zal een aanzienlijk tekort opleveren van mogelijk 1,8 miljoen, dat wij ten laste van de grondpool gaan brengen. Dit zijn financiële offers waarin wij ons gaarne vinden, mits er nu ook snel en doelmatig ten aanzien van de Hoge Vucht kan worden gehandeld. Een heet hangijzer was tot in de laatste ver gadering van de commissie algemene zaken de vorm geving van de inspraak. Het is een goede zaak om bewoners te betrekken bij het vorm geven aan hun leefr- en woonmiüeu. Het moet ons echter van het hart, als wij ons de 27e november voor de geest halen, dat wij geen overspannen verwachtingen mo gen koesteren met betrekking tot de betrokkenheid van bewoners als het gaat om de invulling van hun wijk. Een artikel 622-commissie die advies uit brengt op basis van door werkgroepen uitgebrachte inhoudelijke adviseringen lijkt ons in dezen een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 667