21 APRIL 1981
670
structuur, alhoewel wij ten aanzien van de pro
jectgroepen nog enige vraagtekens hebben, waarop
ik dadelijk terugkom. Het projectteam schrijft bij
brief van 26 april 1980 dat het de vormgeving van
de adviescommissie, de vraag of het een artikel-
61-commissie of een artikel-62-commissie moet zijn,
van ondergeschikt belang vindt, mits de intentie
zoals geformuleerd in de nota maar recht overeind
blijft. Wij vinden de vormgeving niet van onderge
schikt belang en betreuren het dat na de afspraken
in het programakkoord dit punt nog problemen bin
nen uw college heeft opgeroepen.
U doet vervolgens nog een constatering ten
aanzien van de inspraak. Ik vertel niemand iets
nieuws wanneer ik naar aanleiding van al het ge
schrevene tot de conclusie kom dat mensen niet
echt in zijn voor inspraak. Echte inspraak vereist
in onze visie betrokkenheid bij het totale gebeu
ren en die betrokkenheid is niet aanwezig geweest.
Dat is niet de schuld geweest van al degenen die
hebben getracht mensen te betrekken bij het be
leidsplan ik haast mij dat te zeggen maar
komt veelal voort uit een bepaalde instelling van
mensen. Iedereen heeft vandaag de dag zo zijn eigen
besognes, sommigen hebben nog vertrouwen in hun
bestuurders en anderen zijn al pessimistisch ge
stemd alvorens zij beginnen. Wanneer er vlak voor
de deur iets gebeurt men mag dit ook vrijblijven
der invullenkomt men pas in beweging. Dat bete
kent dan feitelijk geen echte betrokkenheid bij
een totaalgebeuren, maar heeft meer te maken met
eigenbelang. Vaak komt de betrokkenheid voort uit
het feit dat in de nabije omgeving iets dreigt te
veranderen en dikwijls is dan ook Leiden in last.
Ik wijs bijvoorbeeld naar de problemen in de altijd
zo rustige wijk Boeimeer die optraden ten tijde
van de reconstructie van het Van Sonsbeeckpark en
de huisvesting van de Charles de Foucauld. Toch
vinden wij het een goede zaak dat u voornemens bent
naast de adviesraad eventueel ook objectgroepen te
laten werken. Het samen met de bevolking plannen