21 APRIL 1981 676 Het streven is erop gericht om -uiteraard afhanke lijk van de instemming van de minister-" --het gaat daarbij om de rijksbijdrage"per 1 januari 1982 deze functionaris te laten aanvangen met de werkzaamheden.". De jaren gaan echter voorbij en men gaat rustig door met vooruit schuiven. Denkt u dat er van dit alles ooit nog wel eens iets zal komen? Voordat wij onze uiteindelijke beslissing ne men zullen wij graag een antwoord op onze vragen horen De heer GARRITSENVan verschillende kanten is gezegd dat de inspraak erg moeizaam verloopt en dat de bewoners niet voldoende bij de ontwikkeling zijn betrokken, maar tegelijkertijd wordt gezegd dat we al zo'n jaar of tien met de Hoge Vucht be zig zijn. Gelet op dat laatste kun je mijns in ziens ook bijna geen grote betrokkenheid van de bewoners van de Hoge Vucht verwachten. De cijfers geven duidelijk aan dat de doorstroming in de Hoge Vucht groot is, zodat de honkvastheid van de bewo ners daar erg gering is. Daardoor is de beleidsno ta Hoge Vucht van het projectteam zoals die op ta fel ligt voor een heel belangrijk deel gemaakt door de ambtenaren in dat projectteam. Om die reden heb ik problemen met het voorstel van het college. De ambtenaren worden niet ingezet om de bewoners echt te ondersteunen en om de bewoners er werkelijk bij te betrekken, maar in feite participeren zij in dit geheel, evenals de bewoners. Ik vind dit niet de manier waarop aan de inspraak gestalte moet wor den gegeven; mijns inziens moet voor een andere opstelling worden gekozen. Ik wil voor wat betreft het werken met projectteams waarin verschillende groepen participeren verwijzen naar de problemen die in de Spoorbuurt hebben gespeeld. Ik meen dat het voor de Hoge Vucht belangrijk is dat de bewo ners zelf gaan beslissen hoe de wijk eruit gaat zien en dat zij ten aanzien daarvan zelf zeggen schap krijgen. Concreet houdt dat in dat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 676