a
679
21 APRIL 1981
die nota wordt ten aanzien van de Hoge Vucht con
creet aangegeven dat in sommige gebieden niet meer
dan een bepaald percentage buitenlanders kan wor
den toegelaten, omdat die wijk voor buitenlanders
vrijwel vol is. Ik heb al eerder gezegd dat ik dit
een slecht uitgangspunt vind. Bij een toewijzings
beleid dient te worden uitgegaan van de urgentie
en daarbij mag het niet ter zake doen of het al of
niet om buitenlanders gaat. Mijns inziens kunnen
we het ook niet maken om uit te gaan van een toe
wijzingsbeleid, waarbij men moet invullen of men
buitenlander is. Ik vrees dat een dergelijke be
perking dan niet zal gelden voor bijvoorbeeld En
gelsen, Denen of Noren en ik meen dan ook dat we
vrij discriminerend bezig zijn als we voor buiten
landers met een andere huidskleur op een gegeven
moment de wijk sluiten. Ik vind dat we naar ande
re middelen moeten zoeken om de toewijzing te ver
ruimen en ik denk dan concreet aan invoering van
de Woonruimtewet '47, die ook in de nota volks
huisvesting is genoemd; er zullen dan meer moge
lijkheden zijn om meer woningen toe te wijzen. Als
zich in een bepaalde wijk veel buitenlanders, be
horend tot een culturele minderheid, vestigen, zal
het beleid gericht moeten zijn op het scheppen van
voorzieningen, opdat Breda ook voor die mensen
leefbaar zal worden.
Voor een aantal gebieden is men niet tot
overeenstemming gekomen; ten aanzien daarvan maakt
het college een andere keuze dan het projectteam.
Over deze kwestie is echter nog maar nauwelijks
serieus gesproken. Het beleidsplan ligt er nu en
het college geeft in zijn nota aan welke invulling
het ziet zitten, maar het zou op mij prettig over
komen als het college op het moment waarop de con
crete invulling aan de orde komt nog eens met de
bewoners gaat praten en gaat bekijken in hoeverre
de bestemming die de bewoners wensen mogelijk is,
ook financieel, want daarom gaat het in belangrij
ke mate. Ik vind dat wij ons zeker niet zonder
meer bij de huidige stand van zaken moeten