21 APRIL 1981 680 neerleggen, maar dat daarover nog overleg moet worden gevoerd. Ten aanzien van het centrumgebied is het mijns inziens erg belangrijk dat daarvoor een aantal al ternatieven op tafel wordt gelegd, want als er één plan door een aantal mensen wordt gemaakt zullen er weinig keuzemogelijkheden zijn. Wethouder VAN DUN: Ik zou mij misschien kun nen beroepen op de spreektijdbeperking en met een kort antwoord kunnen volstaan, maar ik geloof dat dat niet juist zou zijn. Verschillenden uwer en ook ik zijn echter van mening de heer Van Assel- donk heeft dat met name ook gezegddat wij nu eindelijk eens moeten ophouden met praten en iets moeten gaan doen. Wij kunnen nu wel de geschiede nis van het ontstaan van de problematiek in de Ho ge Vucht, de bestudering daarvan in allerlei in stanties, het voorbereidende werk, de activiteiten van het projectteam etcetera gaan aangeven, maar ik meen dat daarvan al zo veel notulen vol staan dat dat nauwelijks relevant is. Ik zal mij daarom ook beperken tot de zaak die vanavond aan de orde is en de vragen die zijn gesteld. Daarmee schuif ik overigens niet onder de tafel dat de zaak waar het vanavond om gaat zeer belangrijk is, zoals ook de heer Eissens heeft gezegd. Overigens zou het vertellen van een stukje geschiedenis voor met na me mevrouw Saelman niet weg zijn, gezien de vergis singen die zij voor wat betreft de historie in haar betoog maakte en waarop ik dadelijk nog zal ingaan. Je kunt zeggen dat het belangrijk is dat wij vanavond over de Hoge Vucht praten, maar je zou ook de accenten kunnen aanwijzen die vanavond aan de orde zijn. Ik meen dat het mogelijk is dat zou ook niet ten onrechte zijn-- een avondvullend programma te verzorgen over de hele historie van hetgeen in de Hoge Vucht is gebeurd op het terrein van inspraak en participatiehet praten en werken met de Bredase bevolking. Ik geloof dat wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 680