21 APRIL 1981 688 De heer Van Asseldonk heeft ook de listige vraag gesteld hoe het nu precies zit met de gelden voor de Hoge Vucht in het kader van de meerjaren begroting. Het zal duidelijk zijn dat die er niet en toch ook weer wél zijn. Er is een bepaald be leidsvoornemen vastgelegd in een groen boekje dat als titel draagt; "Formulering van hetgeen waarnaar gestreefd wordt", en dat door uw raad is goedge keurd. Daarin zijn de beleidsvoornemens aangegeven die de financiële onderbouw vormen voor de meerja renbegroting. Men weet dat wij geen meerjarenbegro ting hebben, maar dat wij een meerjarenbeeld voor kennisgeving hebben aangenomen. Er zouden in deze raad echter wel erg sterke jongens en meisjes moe ten zitten als wijook al zou het zijn onder druk van de financiële omstandigheden, de hartroerende woorden die wij vanavond over de Hoge Vucht tegen elkaar hebben gezegd, met inachtneming van de fi nanciële consequenties en het groene boekje, op de tocht zouden zetten. Wij moeten geloofwaardig blijven en niet de formele toer opgaan door te zeg gen dat er in feite geen meerjarenbegroting is. Ik ben van mening dat het voornemen, zoals dat door het college is geëtaleerd en door u is onderschre ven, ook voor de eerstkomende drie jaar na dit be grotingsjaar duidelijk het financiële beeld van De Hoge Vucht moet De heer TEN WOLDEj Dat groene boekje hebben we voor kennisgeving aangenomen. Het college deel de daarin de stand van zaken van dat moment mee en wij hebben als raad daaromtrent geen besluit geno men. Wethouder VAN DUN: Hiermee gaat de heer Ten Wolde op de formele toer. Tijdens de discussie over het groene boek is echter -^-zo heb ik het al thans beleefdr-^ de inhoud van dat groene boek niet door de raad weersproken. De heer TEN WOLDE: Wat de heer Van Dun beleeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 688