21 APRIL 1981 690 Ik vind dit gewoon je reinste politieke flauwekul, ik kan er niet onderuit dat te moeten zeggen. Hier mee wordt ook onrecht gedaan aan de mensen op het gemeentehuis die samen met het college een en an der hebben begeleid. Zoals mevrouw Saelman het doet voorkomen is het niet; wij gaan echt niet met ons allen achter de tafel zitten om te bezien hoe wij elkaar kunnen raken. Doelbewust is het initia tief genomen van de kant van het gemeentebestuur om projectmatig de Hoge Vucht aan te pakken, ten einde een stuk herwaardering van de leefbaarheid tot stand te brengen; dat is de oorspronkelijke doelstelling geweest die wij zelf hebben uitgevon den. Wij hebben zelf structuren bepaald en wij heb ben dat proces zelf begeleid. Van de kant van het gemeentebestuur zijn ambtenaren in het ongerede ge bracht om daaraan mee te werken en wij hebben amb tenaren gemaltraiteerd om die zaken te verwerken. In het college hebben wij aan dit alles aandacht besteed en wij hebben die aandacht financieel ver taald. Ik versta het dan ook niet als men zegt dat wij vaag zijn en dompers plaatsen op de verwach tingen en de duidelijkheid van de kant van De Hoge Vucht. Dit is een proces met een dubbel snijdend mes, naar twee kanten toe, en ik meen dat de op stellingen van beide kanten getuigen van duidelijk heid en realiteitszin. Daarbij moet het echter ook duidelijk zijn dat niet elke verwachting die van uit De Hoge Vucht naar voren komt op voorhand door het college wordt gehonoreerd of kan worden geho noreerd. MeVrouw Saelman heeft ook gepraat over de vraag of er een artikel-61-commissie of een arti kel -6 2 -commissie moet komen. Zoals ik al heb gezegd vind ik dat een academisch betoog, dat mijns in ziens van volstrekt ondergeschikt belang in dezen is. Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Ik heb dat probleem helemaal niet aangeroerd. Wethouder VAN DUN: Dan zal het uw geest zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 690