6 12 JANUARI 1981 Vooral ten aanzien van belangrijke terreinen in de binnenstad en in de directe omgeving van de binnenstad had de gemeente naar onze mening een duidelijker standpunt moeten innemen over wat zij ter plaatse wenselijk acht. Er moet niet worden volstaan met het leggen van een bestemming als "gemengde doeleinden", want daarmee zeg je in fei te: alles mag, behalve detailhandel. Op zich is het natuurlijk juist dat je de be stemming altijd nog later kunt invullen, maar dat geldt voor elk bestemmingsplan. Je kunt altijd wijzigingen aanbrengen en volgens deze redenering zou je dus nooit meer een bestemmingsplan hoeven vast te leggen. In dit verband wijs ik op het ter rein achter Vroom en Dreesmann, het terrein van "De Veste" en het terrein tegenover het station. Wij hadden graag gezien dat de gemeente voor wat een dergelijk terrein betreft met een duidelijke visie was gekomen, op basis daarvan een bouwplan had ontwikkeld en het bestemmingsplan daaraan had aangepast. Op die manier had kunnen worden bereikt dat het particulier initiatief was gestimuleerd sneller initiatieven te nemen ten aanzien van de vitale terreinen waar het hier om gaat. Overigens vinden wij het voorstel op zich wel juist, hoewel we liever hadden gezien dat het wat verder was gegaan en wat beter was voorbereid. De heer VAN ASSELDONK: De heer Ten Wolde, die over dit onderwerp het woord zou voeren, is waarschijnlijk door de weersomstandigheden wat later. Mij staat uit een gedeelte van de vergade ring van de commissie ruimtelijke ordening nog bij dat hij vandaag op een toezegging van de wethouder zou aandringen. Nu is het natuurlijk raar een toe zegging te vragen als je feitelijk niet weet laat ik het eerlijk zeggen wat de heer Ten Wol- de bedoelde, maar aan de andere kant vraag ik in dit opzicht begrip, gezien het slechte weer en het naar voren schuiven van dit agendapunt. Ik hoop dat de wethouder nog weet waar het over ging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 6