705
21 APRIL 1981
om te komen tot een verbod op zelftanken. De juri
sprudentie, tot aan de Raad van State toe, heeft
naar ik meen al zesmaal aangetoond dat dit verbod
mits er voldoende voorzieningen binnen de voor
schriften zijn getroffen geen haalbare zaak is. Ik
heb zojuist al gezegd dat het bedrijfsleven al
doende is wellicht heeft men dat inmiddels al
gedaanalle zelftankstations te voorzien van be-
schermingspalensnelafsluitersbreekkoppelingen
etcetera, vooruitlopend op aanvullende voorschrif
ten. Tegen het voorgestelde verbod op zelftanken
zal men dan ook zeer zeker in beroep gaan, wat een
dure en langdurige procedure zal opleveren. Waarom
bent u, gelet op de jurisprudentie, van plan uw
neus te stoten? U zou de energie en de gelden be
ter kunnen aanwenden. Mét de heer Kammeraat wil ik
u vragen of u ons een taxatie kunt geven u hebt
in ieder geval al met één geval ervaring opgedaan
van de haalbaarheid van een dergelijke procedu
re tot aan de Raad van State.
De heer DREEF: Zojuist heeft de heer Kamme
raat al uiteengezet wat L.P.G. is L.P.G. is een
gas, dat vrij komt bij de oliewinning en de raffi
nage daarvan. Het bestaat meestal uit een mengsel
van lagere koolwaterstoffen, zoals propaan en bu
taan, waarbij butaan één van de hoofdcomponenten
is. Wij weten dat L.P.G. voor diverse doeleinden
kan worden gebruikt, voor de chemische industrie,
voor elektriciteitopwekking, voor verwarming en
uiteraard ook als motorbrandstof. In ons land be
vinden zich al zo'n 1.800 tankstations. Wij weten
dat L.P.G. zeer brandbaar en explosief is, en om
dat het vloeibaar is moet het in speciale reser
voirs onder druk worden opgeslagen.
In 1961 is door de voormalige benzine-commis-
sie de leidraad propaan uitgegeven. Vele oorzaken
kunnen leiden tot ernstige ongelukken met L.P.G.
Ik denk dan aan het vullen van de tanks en het con
troleren van de tanks, aan blikseminslag en ook
aan sabotage; ook dat laatste gevaar moet niet