711 21 APRIL 1981 dat bepaalde industrieën niet in de betreffende gebieden mogen worden gevestigd. Er werd ook min of meer gesuggereerd dat de bestemmingsplannen voor de Tramsingel en Resteren mogelijkheden bie den voor L.PG.-stationsIk meen echter dat dat niet juist is en ik wil dan ook concreet van de wethouder horen hoe het wel zit. Als een L.P.G.- station wordt toegestaan, moet dat dan expliciet in het bestemmingsplan worden aangegeven? Concreet zou dat inhouden dat, voor zover ik goed ben ge ïnformeerd, momenteel geen enkel bestemmingsplan van Breda ruimte biedt voor één van de 22 tanksta tions. Als dat het geval is, zal de gemeente dat punt eens actief moeten bekijken. Het had in deze nota zeker aandacht behoren te krijgen. Wethouder BROOIMANSDe nota inzake het ge meentelijk beleid ten aanzien van L.P.G. is ter kennisneming aan uw raad toegezonden, terwijl de raad tevens ter kennisname heeft ontvangen het rapport van het Komité "L.P.G. buiten de bebouwde kom". In de gemeentelijke nota worden verschillen de uitgangspunten aangedragen voor het door het college te voeren beleid ten aanzien van L.P.G. Rekening is daarbij gehouden met de resultaten van een gehouden inspraakprocedure. Op bladzijde 18 van de nota is een samenvatting van de belangrijk ste uitgangspunten te vinden. Een en ander zal moeten leiden tot het verminderen van de risico's, verbonden aan L.P.G. In de richting van verschillende vragenstel lers kan ik het volgende mededelen. Op 1 april 1981 ontvingen wij een brief, waarbij was ingesloT- ten een copie van de brief van 30 maart 1981 van de eigenaar van het pompstation aan de Lunetstraat aan de exploitant, waarin per 1 april 1982 de huur van het pompstation werd opgezegd. Op 10 april jongstleden heeft de eigenaar meegedeeld dat hij met de exploitant in onderhandeling is met betrekt king tot de financiële afwikkeling van het een en ander. Voor wat betreft de verkoop van gas kan ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 711