715
21 APRIL 1981
Wethouder BROOIMANS: Dat is inderdaad moge
lijk, want wij beschikken over die brief.
Wethouder VAN DUN: De heer Garritsen heeft
gevraagd waarom in het bestemmingsplan Spoorbuurt
de L.P.G.-tank niet is wegbestemd en vervolgens
heeft hij gevraagd naar de L.P.G.-situatie in de
Haagse Beemden.
De heer GARRITSEN: Ik heb ook gewezen op de
mogelijkheid van het wegbestemmen van L.P.G.-tank
stations uit bestemmingsplannen die nog geen tien
jaar oud zijn, vervolgens heb ik gesproken over
bestemmingsplannen die meer dan tien jaar oud zijn
en dus moeten worden herzien, en in de derde
plaats heb ik het gehad over nieuw te ontwikkelen
bestemmingsplannen, onder meer voor de Haagse
Beemden
Wethouder VAN DUN: Ik meen dat de termijn van
tien jaar geen aanleiding voor een discussie kan
vormen. Die termijn is weliswaar genoemd in het
besluit op de ruimtelijke ordening, maar ten aan
zien daarvan geldt geen enkele sanctie. Het is be
kend dat alle gemeenten in Nederland de termijn
van tien jaar met voeten treden. Ik meen daarom
dat ik mijn antwoord kan toespitsen op twee situa
ties, in de eerste plaats op nieuwe situaties, bij
voorbeeld in de Haagse Beemden. Ik kan daarover
vrij duidelijk zijn en u meedelen dat wij de be
stemmingsplannen voor de Haagse Beemden op een zo
danige wijze zullen inrichten dat in dat hele gev
bied geen L.P.G.-installatie kan worden gevestigd.
Dit is het beleidsuitgangspunt waarnaar wij zullen
handelen. Zoals u weet is dit mogelijk als het
gaat om nieuwe bestemmingsplannen, omdat wij door
middel van de staat van inrichtingen ten aanzien
daarvan regelend kunnen optreden. Een ander punt
is de vraag wat kan worden gedaan met betrekking
tot bestaande situaties, al of niet met inachtner-
ming van de termijn van tien jaar, waarvan een