21 APRIL 1981
716
duidelijk voorbeeld de situatie in de Spoorbuurt
is. Naar mijn mening is het theoretisch mogelijk
een bestaand L.P.G.-station, zoals zich dat in de
Spoorbuurt bevindt, weg te bestemmen, al is het
wel de vraag of je dan geen détournement de pou-
voir pleegt, welke vraag ik nu echter even buiten
beschouwing wil laten. Er is indertijd een overeen
komst tot stand gekomen tussen de exploitant/eige
naar van het L.P.G.-station aldaar en de gemeente
Breda, en wij lopen twee risico's als wij dat sta
tion wegbestemmen. Het eerste risico is dat er een
bezwarenprocedure tegen het bestemmingsplan komt,
om nog maar niet te praten van een daaropvolgende
AROB-procedureDit betekent dat het jaren kan du
ren voordat het bestemmingsplan dat een beter doel
dient, namelijk het huisvesten van mensen in de
nieuwe situatie, kan worden uitgevoerd. Het tweede
probleem betreft het feit dat wij te allen tijde,
óók in geval van een minnelijke schikking, worden
geconfronteerd met kapitale schadevergoeding op
basis van het verbreken of moeten verbreken van eer
tijds gesloten overeenkomsten.Daarmee zullen wij
rekening moeten houden als het gaat om bestaande
situaties.
De heer DE BROUWER: De discussie in eerste
termijn geeft mij aanleiding van de tweede termijn
gebruik te maken. In de eerste plaats wil ik mijn
compliment maken voor de kiene nota, zoals ik dat
ook al heb gedaan in de commissie bedrijven.
Ik ben blij te horen dat de wethouder met
open vizier eventuele procedures van eigenares en
exploitanten zal aangaan, want dat getuigt van
moed. Je weet maar nooit ik zeg dit met name in
de richting van de heer Neebof de Kroon toch
niet "om" zal gaan in dezen en ik vind dat wij die
mogelijkheid onder ogen moeten zien.
De motie van de heer Garritsen willen wij
graag ondersteunen. Ik wil op de andere fracties
een beroep doen om zich niet te zeer te verlaten
op de correspondentie die momenteel wordt gevoerd
tussen de eigenaar en de huurder van het perceel.