21 APRIL 1981
718
zijn verdwenen. De briefwisseling waarover de wet
houder sprak kan ik op dit moment niet inzien en
daarom verzoek ik u die voor de raad ter visie te
leggen. Wij zullen ook de garantie moeten hebben
dat de eigenaar de bedrijfsvoering tóch zal kunnen
voortzetten. Onder de voorwaarde dat ik de gege
vens waarnaar ik heb gevraagd zal krijgen ben ik
bereid mijn motie niet in te dienen.
Wethouder BROOIMANS: Er wordt steeds over een
motie gepraat, die echter niet is ingediend.
De VOORZITTER: Dat klopt, daarover behoeft u
ook niet te praten.
De heer DREEF: Naar aanleiding van die motie
hebt u toch zojuist een toezegging gedaan?
Wethouder BROOIMANS: Uit de brief van de eige
naar van de Nettomarkt distilleer ik dat hij ter
plekke een geheel nieuwe situatie wil creëren,
waarbij hij het benzinestation wil verplaatsen en
de verkoop van gas wil stopzetten. De beëindiging
van de verkoop van gas zal een feit zijn bij de
heropening van de Nettomarkt. Ik weet niet wat ik
hierover nog méér zou moeten zeggen.
De heer GARRITSENHebben wij hiermee nu een
keiharde garantie? U noemde de datum van 1 april
1982 en ik wil er zeker van zijn dat de verkoop van
L.P.G. dan inderdaad zal zijn stopgezet. Het is
mij niet bekend hoe hard die mededeling is.
De VOORZITTER: Het lijkt mij het verstandigst
dat de correspondentie ingevolge de toezegging van
de wethouder wordt overgelegd aan de betrokken com
missie. Overigens is die correspondentie pas recen
telijk ontvangen. Ik heb haar zojuist voor het
eerst ingezien en ik heb geconstateerd dat inder
daad het voornemen bestaat om tot sluiting over
te gaan.