740
14 MEI 1981
De heer TAKS: ...tot herziening van standpun
ten leiden.
Als de raad toestemming tot het houden van de
interpellaties verleent, moet daarbij naar onze
mening in het oog worden gehouden dat een groot
aantal van de te stellen vragen betrekking heeft
op de gang van zaken tijdens het strafrechtelijk
opsporingsonderzoek. Bij het opsporingsonderzoek,
dat aanvangt met de aanhouding en de geleiding van
de verdachte naar een plaats van verhoor, staat de
politie niet onder het gezag van de burgemeester,
maar is zij ondergeschikt aan het openbaar mini
sterie. De politieke verantwoordelijkheid daarvoor
berust bij de minister van justitie. De ingevolge
artikel 129 van de Gemeentewet af te leggen verant
woording kan uitsluitend betrekking hebben op het
door de burgemeester gevoerde bestuur. Dat betekent
dat als toch wordt ingegaan op vragen betreffende
het opsporingsonderzoek, de beantwoording naar on
ze opvatting uitsluitend van informatieve aard kan
zijn.
De VOORZITTER: Om kort te gaan: u stemt ermee
in dat de interpellatie wordt gehouden.
De heer CRUL: De fractie van de P.v.d.A.
steunt het interpellatieverzoek van de heer Garrit-
sen. Zijn interpellatieverzoek is voor een deel
identiek aan het onze en wijkt daarvan voor een
ander deel duidelijk af. Onze interpellatie zal in
de richting gaan van het beoordelen van het door u,
mijnheer de voorzitter, gevoerde beleid; de heer
Garritsen heeft er enkele andere punten bij betrok
ken, ten aanzien waarvan wij r— dat zal straks wel
duidelijk worden hem niet onverkort steunen.
De VOORZITTER: Het gaat op het ogenblik uit
sluitend om de vraag of de vragen zullen worden
gesteld. Ik zie dat de heer Garritsen daarover het
woord wenst te voeren; ik verzoek hem kort te zijn.