752
14 MEI 1981
beantwoording. Je mocht toen niet meer bij de zij
uitgang van het politiebureau staan. Ik stond zelf
ongeveer 30 m verderop aan de overkant bij het
voormalige uitzendbureau START te praten met een
Vrije-Volk-journalist, met nog één of twee mensen
erbij, en geen twintig, zoals u in de beantwoording
hebt gezegd. Ik stond helemaal opzij van enige an
dere mensen, ik stond gewoon te praten over het
geen was meegedeeld. Er is toen onder andere ver
teld dat er journalisten waren opgepakt, die hun
perskaart niet lieten zien. Op dat zelfde moment
kwam er weer een charge en ook uit die hoek, waar
we niemand tot enige overlast waren, moesten we
weg.
Op dat moment heb ik mij aan de aanwijzing
van de agent gehouden: ik ben de richting uit ge
gaan waarin men mij sommeerde te gaan. De journa
list van het Vrije Volk pakte zijn perskaart en
liet hem aan de agent zien. Hij heeft die kaart
echt ik heb het van nabij geconstateerd on
der ogen van de agent gehouden, maar hij is binnen
gesleurd, met het gevolg dat ik heb beschreven. De
gang van zaken is dus volstrekt anders geweest dan
in de beantwoording is weergegeven.
Niet alleen deze journalist is opgepakt. Ook
een journalist van een plaatselijke krant is zeven
uur vastgehouden. Dat is misschien nog niet bekend;
ik zal verder geen namen noemen.
In hoge mate verbaas ik mij over een element
dat op dit ogenblik naar voren komt: u spreekt nu
over een aanval op het politiebureau die om acht
uur 's avonds werd verwacht. Dat komt nu voor het
eerst op tafel; ik heb er nooit iets van begrepen
waarom die charges nodig waren, maar dat zou dan
zijn omdat men een aanval verwachtte.
(Een opmerking op de publieke tribune.)
De heer GARRITSEN: Op het moment dat de jour
nalisten naar binnen gingen, om acht uur, was er
geen enkele aanleiding om aan te nemen dat er iets