780
14 MEI 1981
gevoerde beleid goed,
en gaat over tot de orde van de dag.".
De heer HENDRIKSEN: Van de kant van de P.S.P.
zijn feiten naar voren gebracht over de onregelma
tigheden die toch wél zijn gebeurd. Betekent uw
motie dat u al die feiten ontkent of neemt u die
óók mee in de weging van de hele kwestie? Uit uw
motie en uit uw verhaalwaarin u ook suggereert
dat de Partij van de Arbeid zich in dezen ondemo
cratisch opstelt, meen ik het eerste te moeten af
leiden, want over het laatste heb ik u geen woord
horen zeggen.
De heer EISSENS: Ik heb wél toegegeven dat er
dingen zijn gebeurd die niet correct zijn en ik
heb ook gezegd dat wij in het kader van een brede
discussie dienen te bekijken of wij dit soort din
gen kunnen voorkomen. Wij hebben alles overwogen
wat er heeft plaatsgevonden, waarbij wij ook het
ontstaan van dit alles hebben betrokken. De vraag
moet namelijk ook worden gesteld waaróm de politie
aanwezig was. Zij was aanwezig omdat er tekenen
waren dat er dingen zouden kunnen gebeuren die tot
escalaties zouden kunnen leiden. Natuurlijk gebeu
ren er in zo'n situatie dingen waarvan je achteraf
moet zeggen dat die beter niet hadden kunnen
plaatsvinden of die onjuist waren. Toch moeten wij
alles overwegende, tot de conclusie komen dat het
beleid goed is geweest. Wij staan dan ook achter
het optreden en de verklaringen welke de burgemees
ter heeft afgelegd.
De heer TAKS: Door dit interpellatiedebat
wordt ons de gelegenheid geboden in de vergadering
van de raad nog eens met voldoening vast te stel
len dat het bezoek dat Hare Majesteit de Koningin
en haar gezin op 30 april aan Breda hebben gebracht
dankzij de inzet van velen een groot succes is ge
worden, en dat dankzij het gevoerde politiebeleid