786 14 MEI 1981 gepubliceerd dat ook de heer Valken zelf van op vatting was dat alvorens de methode kon worden toegepast de Amsterdamse A.P.V. met een bepaling moest worden uitgebreid als grondslag voor een dergelijk beleid. Zonder een dergelijke wettelijke basis is ook de methode-Valken niet geoorloofd. Bij dit alles mag ook niet uit het oog worden verloren dat de Hoge Raad indertijd heeft vastge steld dat in 1966 de zogenaamde methode-Koppejan die in Amsterdam werd toegepast, geoorloofd is. Volgens die methode mag de politie ter voorkoming van strafbare feiten bij volksoplopen personen die zich niet verwijderen wanneer daartoe in het alge meen wordt gemaand oppakken en naar bijvoorbeeld de rand van de gemeente brengen. Deze methode was in Breda niet aan de orde, maar ik vermeld haar omdat op grond van de uitspraak van de Hoge Raad als onomstotelijk mag worden aangenomen dat het op grote schaal aanhouden van personen die niet voldoen aan ambtelijke bevelen geoorloofd is. De heer HENDRIKSEN: Ik wil toch even een in terruptie maken. Ik heb bijna de neiging een be roep te doen op de Rechten van de Mens, dit dan niet zozeer met betrekking tot het punt vrijheid van meningsuiting, maar met betrekking tot de pun ten uithoudingsvermogen en het hebben van begrip voor elkaar. Bij het aanhoren van het verhaal van de kant van de V.V.D. gaat het mij namelijk een beetje duizelen. Ik wil de heer Taks klip en klaar vragen of de V.V.D. het beleid van de voorzitter van deze raad, van de burgemeester, en van de po litie in zijn volledigheid onderschrijft, öf dat ook de V.V.D. erkent, evenals het C.D.A., dat op een aantal punten het beleid heeft gefaald, in die zin dat er een aantal grote fouten is gemaakt. De heer PEETERS: Wij hebben de vrijheid gehad om te luisteren naar de uitgebreide verklaringen van de P.v.d.A. en nu wil ik graag op dezelfde wijze kunnen luisteren naar de motiveringen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 786