14 MEI 1981 789 uw betoog gesproken over de gebeurtenissen op 30 april 1980, welke volgens u de aanleiding moesten vormen voor verhoogde waakzaamheid. U verwijst dus wél naar de gebeurtenissen in Amsterdam. De heer TAKSMag er dan niet over Amsterdam worden gesproken? U hebt dat zelf ook gedaan. De P.v.d.A.-fractievoorzitter citeerde zelfs de bur gemeester van Amsterdam als toonbeeld van een bur gemeester die het politiebeleid goed in de vingers zou hebben. De heer VAN DE STEENOVEN: Dat is aardig gevon den. Er is een artikeltje in "Lokaal bestuur" aan gehaald en dat betrof niet het gebeuren in Amster dam. Ik wil met name op het volgende wijzen. Wat de heer Taks nu zegt is in feite de kern. Er heb ben arrestaties plaatsgevonden naar aanleiding van overtredingen, die in andere omstandigheden niet tot arrestaties en opsluiting zouden hebben geleid. Ik vind het zo merkwaardig dat een partij die het woord "vrijheid" in haar naam heeft staan het af keurt dat in een gemeenteraad kritische vragen wor den gesteld en heel uitdrukkelijk wordt gevraagd om een onderzoek teneinde na te gaan of in dezen de vrijheid van meningstuiting in het geding is. Van een liberale partij had ik niet verwacht dat zij een dergelijke houding zozeer zou afkeuren en dat zij een zaak als deze zozeer zou bagatelliseren. De heer TAKS: Ik geloof dat de studie van de liberale staatsman Storm te zwaar is gevallen voor de geachte interrumpant Ik zal thans mijn betoog vervolgen. Ik heb gezegd dat er ook een ander beleid had kunnen wor den gevoerd. De politie had ermee kunnen volstaan te proberen overtreders met zachte drang te verwij deren, maar de ervaring elders, op vele plaatsen, heeft geleerd dat dat geen enkel effect sorteert. De ordeverstoorders trekken zich dan terug, in het gunstigste geval, ze hergroeperen zich en gaan,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 789