14 MEI 1981
793
valt te betreuren, maar het diskwalificeert vol
strekt niet de werkwijze van de politie. Inderdaad
is ook politiewerk mensenwerk.
Een groot aantal van de interpellatievragen
heeft betrekking op de gang van zaken na het moment
van aanhouding van de verdachten. Deze vragen be
treffen dus niet de handhaving van de openbare or
de, maar het opsporingsonderzoek. De politie staat
daarbij onder het gezag van het Openbaar Ministe
rie. Over de justitiële kant van het politie-op-
treden heeft de gemeenteraad niet te oordelen en
daarom zal onzerzijds niet nader op die vragen wor
den ingegaan. Uw beantwoording lijkt ons overigens
wel correct.
Ik kom thans tot de afronding van onze bij
drage aan het debat. De V.V.D.-fractie is van oor
deel dat het optreden van de politie op 30 april
zowel doeltreffend als correct is geweest. De be
antwoording van de interpellatievragen geeft een
duidelijk beeld van de gang van zaken op 30 april
en vormt naar onze mening een adequate verantwoor
ding van het in het kader van de handhaving van de
openbare orde gevoerde beleid. Onze waardering
gaat uit naar de Bredase politie en de politiemen
sen van elders, die assistentie hebben verleend.
De politie heeft in moeilijke omstandigheden voort
varend en doeltreffend gereageerd en verdient daar
voor een compliment. Burgemeester, hoofdofficier
van justitie en corpschef komt lof toe voor de wij
ze waarop gezamenlijk het te voeren beleid is voor
bereid. Het is bijzonder te betreuren dat bij een
feestelijke gelegenheid als het bezoek van de ko
ninklijke familie aan Breda zo veel mankracht moest
worden ingezet ter handhaving van de openbare orde
Gedurende de laatste jaren worden dergelijke ge
beurtenissen en ook andere grote evenementen in
toenemende mate bedreigd door ordeverstoringen. Er
is in de samenleving een minderheid die steeds
weer uit is op een gewelddadige confrontatie met
de overheid. Voor zover daarbij uit politieke mo
tieven wordt gehandeld, hetgeen bij de
