796
14 MEI 1981
larmoyante toon gesproken over alles wat er aan
onrecht is gebeurd. Wij vinden het terecht dat de
P.S.P. die toon aanslaat, omdat wij van mening
zijn dat zij door haar stemmingmakerij in de afge
lopen weken deze situatie voor een groot deel
heeft veroorzaakt. Wij vragen ons af of de P.S.P.
op dezelfde trieste toon zou hebben gesproken als
de politie te zwak was opgetreden, de ordeverstoor
ders datgene hadden kunnen doen wat zij zich had
den voorgesteld en een heel groot aantal onschul
dige mensen geestelijk en lichamelijk letsel was
toegebracht.
Voor wat de moties betreft moet ik u zeggen
dat wij alvorens die in stemming worden gebracht
om een schorsing zullen verzoeken, aangezien enke
le moties net zijn uitgereikt en wij daarvan nog
niet eerder kennis konden dragen.
De VOORZITTER: Aan de wens van mevrouw Sael-
man om beraad te kunnen voeren over de moties kan
worden voldaan, en ik kan u zeggen dat ik ook voor
mijzelf een schorsing van belang vind. Graag wil
ik mij een ogenblik bezinnen op de gestelde vragen
opdat ik u dadelijk een zo correct en juist moge
lijk antwoord kan geven.
De vergadering is geschorst.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
Alvorens ik overga tot de beantwoording van
de in tweede instantie gestelde vragen, wil ik en
kele fouten herstellen die ik in eerste instantie
bij de beantwoording heb gemaakt.
Naar aanleiding van vraag 8 van de Partij van
de Arbeid heb ik de afkomst geschilderd van 87 ar
restanten, maar daarbij verzuimde ik te vermelden
dat de leeftijd van de aangehoudenen varieerde van
14 tot 33 jaar.
In verband met de vraag van de heer Garritsen
over de in beslag genomen voorwerpen kan ik