12 JANUARI 1981 7 en dat we op die manier de toezegging van het col lege kunnen krijgen. De VOORZITTER: Dat is een heel duidelijke vraag Mevrouw DEN OUDEN-JANSENDe zienswijze die uit het voorstel van het college spreekt, heeft onze volledige instemming. Wij vinden het erg ver standig dat de gemeente een claim op de open lig gende terreinen legt en we hebben verder geen op- of aanmerkingen. Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Eerst even een vraag vooraf. Waarom is dit punt naar voren geschoven? Ik kan mij voorstellen dat mensen die door het weer wat later zijn, bij zichzelf denken: punt 14 zit gelukkig aan het eind! Voor het overige wil ik herhalen wat wij in de commissie ruimtelijke ordening hebben gezegd. We zijn het er in principe mee eens dat men op de ze manier te werk gaat en we begrijpen dat het niet anders kan. We hebben er bezwaar tegen dat de bestemmingsplannen gedurende de vakantieperiode ter visie hebben gelegen en dat dit voorstel niet in de commissie economische zaken is behandeld. Moeite hebben we ermee dat men bij bedrijven of winkels, gelegen in de gebieden van de onderhavige bestemmingsplannen, in onzekerheid verkeert, juist met het oog op investeringen en het al of niet aantrekken van personeel. Evenals in de commissie dringen wij erop aan dat de wethouder toezegt de bestemmingsplannen in ieder geval intern te behan delen als waren zij voorbereidingsbesluiten. Ik weet niet of dit de vraag is die de heer Van Assel- donk zojuist heeft gesteld! De VOORZITTER: Ten behoeve van mevrouw Saelman herhaal ik wat ik bij het begin van deze vergade ring, toen zij er nog niet was, heb gezegd: de be handeling van dit agendapunt is urgent, terwijl

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 7