800 14 MEI 1981 één, twee, drie reproduceren, maar dat verlangt de heer Crul ook niet van mijTen aanzien van de openbare orde zijn juist de plaatselijke omstan digheden, de plaats, de tijd en de omstandigheden zo belangrijk. Gelet daarop is het niet mogelijk dat het optreden van de politie in geval A gelijk is aan haar optreden in geval B. Dat is alleen al uitgesloten omdat de situaties kunnen verschillen en veelal feitelijk ook verschillen. De heer Crul heeft voorts gezegd dat ik om de zaak heb heengedraaid, maar ik neem dat bij deze gelegenheid toch maar uitsluitend voor kennisge ving aan. Ik heb namelijk echt wel het uiterste gegeven dat behoort uiteraard ook tot onze taak- om zijn vragen goed te kunnen beantwoorden, wat zowel voor zijn schriftelijke vragen als voor zijn mondelinge vragen geldt. Het was voor mij in deze situatie onmogelijk ik heb dat zoéven al gezegd-- vooraf overleg te plegen over de maatregelen. Ik meen ook dat dat geen verschil zou hebben gemaakt, want ik: draag daarvoor de verantwoording. Natuurlijk had ik mij daarover kunnen laten adviseren, maar dat had niet kunnen betekenen dat er ook sprake had kunnen zijn van gedeelde verantwoordelijkheid. Zo ligt dat, en op die wijze wil ik het beleid, dat ik nog een aantal jaren hoop te voeren, ook voortzetten. Ik heb de heer Crul geantwoord op zijn vragen over de overschrijding van de periode van zes uur, over welk punt ook door de heer Garritsen vragen zijn gesteld. Ik moet u zeggen dat er op het poli tiebureau zodanig overtuigende en harde bewijzen waren ik heb u zojuist bepaalde tijden genoemd dat wij het, gewoon menselijk gezegd, niet aan durfden de arrestanten weg te sturen; wij vonden dat niet verantwoord. De heer Crul heeft verder gezegd dat de dis cussie over het geweld moet worden voortgezet. Ik heb bij mijn aantekening daarover het woord "ak koord" geplaatst, want ook ik ben van mening dat dat moet gebeuren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 800