14 MEI 1981 801 Vervolgens stelde de heer Crul dat de politie moet zijn ingebed in de maatschappij. De politie- nota bevestigt dat en geeft daarvoor middelen aan. Terecht stelt burgemeester Polak dat de bur gemeester in het front van de rechtsorde moet staan. Ik wil dat ook en ik geloof dat dat in de zen is gebeurd. De heer Crul heeft voorts gezegd dat geweld moet worden voorkomen en dat wij daartoe de oorza ken dienen te onderzoeken. Dit is juist, maar ik wil daaraan nog toevoegen dat aan het voorkomen van geweld door iederéén zal moeten worden gewerkt Er kan dan niet worden uitgegaan van selectief, subjectief gebruik van geweld, maar het moet een gemeenschappelijke intentie zijn dat geweld moet worden voorkomen, die voor eenieder moet gelden. Ik ben ervan overtuigd dat het niet altijd echt zachtzinnig is toegegaan, maar wel is op 30 april het gebruik van geweld in deze stad voorkomen, ter wijl er ook, volkomen ten onrechte, sprake had kunnen zijn van geweld wanneer zich burgers in de ze situaties hadden gemengd. Ik ben thans toe aan de beantwoording van de vragen van de heer Garritsen. Er zijn mij met be trekking tot hem twee dingen opgevallen en hij zal het mij niet euvel duiden dat ik die naar voren breng. De heer Garritsen heeft een prognose ach teraf gegeven en daarbij feiten genoemd. Verder viel het mij op --ik geloof dat ook onvoorwaarde lijkdat de heer Garritsen niet alleen de gave van bilocatie heeft, maar dat hij ook inderdaad alom vertegenwoordigd is; hij heeft dat dan ook terecht kunnen zeggen. De heer Garritsen heeft aan gevoerd dat de klachten die zijn binnengekomen al le afkomstig zijn van mensen die ten onrechte op een bepaalde wijze zijn behandeld. Hij stelt dat er helemaal niets aan de hand was te 20.00 uur bij het politiebureau. De heer Garritsen is daar aan wezig geweest en als we met elkaar eerlijk willen zijn zal mijns inziens zelfs hij moeten erkennen dat er toch wél iets aan de hand was. Ook in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 801