14 MEI 1981
807
die zijn opgepakt. In zeer veel gevallen, in het
overgrote deel van de gevallen, zijn de mensen ten
onrechte opgepakt en het zou goed zijn geweest als
men had nagegaan wat bij die mensen leeft. Ik ge
loof dat in dezen ook het jeugdbeleid in Breda een
belangrijk aspect is. Er wordt echter over alles
heen gewalst, door alleen maar te zeggen dat Breda
een Oranjestad is, dat dat overeind moet blijven,
en dat het feestje van Beatrix niet mag worden
verstoord
De heer EISSENS: Op die manier trekt u de
zaak natuurlijk helemaal in het belachelijke, want
met een dergelijke interpretatie zijn wij toch
niet gekomen.
De heer GARRITSEN: De heer Eissens heeft in
derdaad de kanttekening gemaakt dat er op de rand
van de rechtsorde is gehandeld en dat sommige din
gen zelfs over die rand heen lagen. In publicaties
in landelijke kranten is dat ook heel duidelijk
naar voren gekomen. In de motie van de heer Eis
sens wordt daarover echter niet gerept, maar ik
geloof toch wel dat met de constatering dat zaken
op de rand of over de rand van de rechtsorde lagen
iets moet worden gedaan.
De heer EISSENS: Toen ik mijn motie indiende
heb ik gezegd dat wij op een gegeven moment, alles
overwegende, tot een uitspraak, een algemeen oor
deel over het gebeurde, moeten komen. Voor ons is
dat algemene oordeel positief uitgevallen, dit
evenwel met de duidelijke kanttekening dat wij
niet goed willen verklaren wat fout is geweest. U
ziet echter niets positiefs; u kijkt alleen naar
de dingen die fout zijn-gegaan.
De heer CRUL: Moet daar met name de oorzaak
worden gezocht voor het feit dat de V.V.D. en het
C.D.A. ieder een eigen motie hebben ingediend? Ik
constateer namelijk dat u toch wel een kritische