816 14 MEI 1981 motie, in reactie op datgene wat Nico Garritsen heeft gezegd. Onze tweede overweging slaat uit drukkelijk niet op de Bredase situatie. Wij geven daarmee een algemene opvatting aan, die in onze fractie en ook in de Partij van de Arbeid in het algemeen duidelijk leeft. De heer TAKS: In eerste termijn zijn door de C.D.A.-fractie en door onze fractie moties inge diend. De heer Crul is daardoor in verwarring ge bracht, omdat beide moties ertoe strekken dat de raad een positief oordeel zal uitspreken over het politie-optreden op 30 april. De C.D.A.-motie geeft vooral een omstandige beschrijving van de feiten en omstandigheden, zoals die op 30 april het politiebeleid hebben bepaald. Als zodanig be vestigt de motie het verslag dat de burgemeester van de gang van zaken heeft gedaan. Onze motie vat dat kort samen met de woorden: "het optreden van de politie is voortvarend en effectief geweest.". Bovendien noemt de V.V.D.-motie het optreden van de: politie uitdrukkelijk juist, daarmee tot uit drukking brengend dat het optreden in overeenstem ming was met de wettelijke voorschriften. Dat ele ment ontbreekt in het dictum van de C.D.A.-motie. De bewering dat de politie in strijd met de rechts orde heeft gehandeld was de aanleiding tot dit in terpellatiedebat en naar onze opvatting is het daarom van belang dat de raad met zoveel woorden uitspreekt dat het politie-optreden onder verant woordelijkheid van de burgemeester juist was. In dj_t opzicht vormen de beide moties naar onze op- vcitting geen doublure, maar vullen zij elkaar juist aan. Vandaar dat de V.V.D.-fractie heeft besloten haar motie te handhaven en óók voor de C.E.A.-motie te stemmen. Het C.D.A. en de V.V.D. zijn het met elkaar eens over het optreden van de politie in een positief oordeel, maar helaas wordt dat oordeel niet door de gehele raad gedeeld. Een stemmigheid was trouwens ook niet te verwachten. Bij het ordedebat over de beide

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 816