19 MEI 1981 835 geïnterpreteerd en wij vinden dat op die weg moet worden voortgegaan. De heer GARRITSENDe raad heeft destijds nadrukkelijk uitgesproken dat het beleid, óók dat van de gemeentelijke overheid, hoe beperkt haar mogelijkheden ook zijn, moet zijn gericht op het open houden van de Enka, reden waarom het "onaan vaardbaar" is uitgesproken ten opzichte van slui ting. De V.V.D. heeft alleen de spinnerij ge noemd, maar ik meen dat hierbij ook moet worden gedacht aan de textureerafdeling en aan het stand punt dat in maart 1980 is ingenomen inzake het creëren van vervangende werkgelegenheid. Mijns inziens moeten wij het dus breder zien dan de V.V.D. zojuist aangaf en moeten wij ook de twee door mij genoemde zaken op dit moment niet laten vallen Het is mijns inziens noodzakelijk dat wij als raad zo krachtig mogelijk steun verlenen aan de groepen die op dit moment verzet plegen tegen sluiting. Ik erken dat wij als gemeenteraad op dat vlak beperkte mogelijkheden hebben, maar ik moet toch ook zeggen dat bijzonder weinig gebruik is gemaakt van de mogelijkheden waarover wij be schikken. In de richting van de Tweede Kamer zijn uiteindelijk twee brieven gezonden, maar verder is er buitengewoon weinig gedaan. Gelet op het feit dit staat overigens los van die politieke partijen als zodanig dat hier een C.D.A./V.V.D./ Partij van de Arbeid-college zit en de regering wordt gevormd door C.D.A. en V.V.D. vind ik dat je, als het om een jarenlang slepende zaak als deze gaat, vanuit Den Haag toch wel wat meer mag verwachten. De regering had toch minstens verte genwoordigers van de gemeente voor een gesprek kunnen uitnodigen, maar tot op heden is dat nog steeds niet toegezegd. Ik vind het erg jammer dat dat niet is gebeurd. Overigens zullen wij zo realistisch moeten zijn om te erkennen dat in een economische situa-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 835