836 19 MEI 1981 tie als deze dit soort sluitingen moeilijk zijn te voorkomen. Als je voor deze maatschappijvorm kiest, leg je in feite de beslissingsbevoegdheid bij enkelen. Ik ben daarom van mening dat je voor het bereiken van een fundamentele oplossing met name op dat punt veranderingen zult moeten aan brengen. Oók de mensen die bij de Enka werken, die daar jarenlang hun arbeid hebben geleverd, zullen dan beslissingsbevoegdheid moeten krijgen. In die richting zullen wij het moeten zoeken, ook als wij strijden voor het openhouden van de Enka. Mijns inziens is het dan ook uitermate belangrijk dat de gemeenteraad nog eens unaniem uitspreekt dat sluiting onaanvaardbaar is. Bovendien zal er van de kant van het college méér dan tot nu toe moe ten worden gedaan in de richting van de Tweede Kamer, in de richting van de eigen politieke fracties in de Tweede Kamer en ook in de richting van de vakbonden, die wij meer zullen moeten on dersteunen in hun acties om de Enka open te hou den. Wethouder SANDBERG: Ik zal ook van mijn kant trachten het kort te houden, waarbij ik mij zal onthouden van een toelichting op hetgeen heeft plaatsgevonden, omdat dat tamelijk uitvoerig in het preadvies is aangegeven. Ik wil al onze acti viteiten heel nadrukkelijk plaatsen in het kader van geen andere intentie dan die welke wij eer tijds als college hebben uitgesproken in onze eerste reactie, die is vastgelegd in een persbe richt, en die inhield dat sluiting naar ons oor deel onaanvaardbaar is. Nadien is die uitspraak door de raad in een motie vastgelegd, welke motie door ons college is onderschreven. Wij hebben met al onze activiteiten geen andere intentie gehad dan gedurende dit proces aan dat "onaanvaardbaar" verder gestalte te geven. Op voorhand was natuur lijk al één ding duidelijk, namelijk dat je als gemeente niet kunt volstaan met het uitspreken daarvan om vervolgens over te gaan tot de orde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 836