19 MEI 1981
847
en dat wij in het kader van de uitvoering van de
motie elkaar hebben bijgepraat, waarbij wij nog
eens onze zorgen hebben geuit over de ontwikkelin
gen bij de Enka. Naar mijn mening is thans ik
geloof dat dat door het C.D.A. en de V.V.D. ook
niet wordt ontkend de volle zwaarte van de motie
zoals we die in januari hebben aangenomen nog eens
erkend, hetgeen met het oog op de komende ontwik
kelingen mijns inziens een goed uitgangspunt is.
Ik wil vervolgens nog een misverstand weg
nemen. De V.V.D. suggereerde dat de Partij van de
Arbeid confrontaties zou willen uitlokken, maar
dat meen ik een goedkoop trucje te moeten noemen.
Ik heb er alleen maar op gewezen dat de signalen
op dit moment aangeven dat bij de Enka, bij de
werknemers en misschien ook bij andere groeperin
gen in en rond de vakbond zo langzamerhand het
ogenblik gaat komen waarop men zal zeggen dat men
het niet langer meer pikt, dat men confrontaties
niet langer uit de weg zal gaan. De V.V.D. zal be
grijpen dat ik daarbij onder andere denk aan de
bezetting van een aantal jaren geleden. Dergelijke
democratische middelen kunnen in deze maatschappij
op een bepaald moment worden gebruikt. Als dat mo
ment daar is zal de Partij van de Arbeid daarvan
geen afstand nemen en het gebruik van die middelen
ondersteunen
De heer GARRITSEN: De wethouder heeft in
mijn richting gezegd dat hij eigenlijk pas nu naar
Den Haag kan gaan, omdat thans het standpunt van
de centrale ondernemingsraad bekend is, maar mijns
inziens is het belangrijk om juist vroegtijdig
contact op te nemen, opdat wij weten wat er pre
cies aan de hand is met de Enka en met het hele
Akzo-concern in Nederland en daarbuiten. Wij moe
ten goed geïnformeerd zijn, opdat wij politiek,
zowel lokaal als landelijk, op de problemen een
antwoord zullen kunnen geven. De datum van 25 mei
nadert snel en vermoedelijk zal er dan een defini
tief besluit worden genomen, waarna er weinig