848
19 MEI 1981
meer valt te schuiven. Ik meen daarom dat het ont
zettend belangrijk is dat zo vroegtijdig mogelijk
wordt nagegaan wat in de richting van "Den Haag"
kan worden ondernomen teneinde de Enka te kunnen
openhouden
De heer TEN WOLDE: Zojuist heb ik al gezegd
dat wij aan het "onaanvaardbaar" moeten vasthouden
en dat de druk zoals die tot nu toe van de kant
van het college is gekomen dient te worden voort
gezet. Ik vind voorts dat de kracht in het onder
handelen zit en hierbij wil ik er meteen op wij
zen dat de heer Hendriksen een verkeerde uitleg
gaf aan datgene wat ik over confrontaties heb ge
zegd. Er bestaan nu nog contacten en er zijn dui
delijk toezeggingen gedaan die inhouden dat een
en ander minstens op langere termijn zal moeten
worden bekeken, waaraan de mededeling van de wet
houder moet worden gekoppeld dat het hierbij niet
gaat om een financiële zaak, maar om een structu
rele productie-aangelegenheid, hetgeen wil zeggen
dat er op termijn gezien rek in zit. Ik ben van
mening dat in zo'n situatie via de weg van over
leg het meest boven tafel kan worden gekregen,
méér dan via de korte weg van confrontaties. In
verband met het feit dat het om een structureel
probleem gaat, zal tot een gedeeltelijke sanering,
hoe rot dat ook klinkt, moeten worden overgegaan,
hetgeen ook door de ondernemingsraad is onder
schreven. Onze fractie blijft dus het accent leg
gen op de bemiddelende positie die het college al
tijd heeft ingenomen en die onzes inziens zal moe
ten worden voortgezet. In die zin interpreteren
wij ook het onder b aangegeven besluit.
Wethouder SANDBERG: In de richting van de
heer Hendriksen kan ik opmerken dat er sprake is
van daadwerkelijke betrokkenheid van het gemeente
bestuur, die ook wekelijks wordt beleefd. Ik heb
echter niet gezegd dat die daadwerkelijke betrok
kenheid dus financiële steun betekent; integendeel.