850 19 MEI 1981 dat de hele situatie van Enka-Breda afhankelijk is van de markt en de concurrentieverhoudingen, zeker gelet op het product van de Enka, maar ik meen dat bij de overwegingen óók de toezegging van maart 1980 en de sociale gevolgen voor 600 werknemers dienen te worden betrokken. Wij zullen de ver schillende kanten tegenover elkaar moeten zetten en daarbij zal het gaan om een heel moeilijk afwe gingsproces, waarbij wij als lokale overheid heel nadrukkelijk zullen moeten kijken naar onze eigen Bredanaars wier belang wij hebben te behartigen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 5. bijlage nr. 161 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM MET INSTEMMING KENNIS TE NEMEN VAN DE POLI- TIENOTA BREDA EN DEZE TE BESCHOUWEN ALS UITGANGSPUNT VOOR HET VERDER TE VOEREN BE LEID T.A.V. DE GEMEENTEPOLITIE (M) De heer Crul: Er is de laatste tijd al veel gepraat over de politie en daarom zou je het debat van vanavond een beetje kunnen zien als mosterd na de maaltijd, maar dat is het natuurlijk niet, want de specifieke zaak waarover het de afgelopen week ging heeft uiteraard alles te maken met deze nota. Het zou goed zijn vanavond alsnog van de heer Eissens te horen welke standpunt nu eigenlijk door het C.D.A. ten aanzien van die zaak wordt in genomen, want dat past wel een beetje in dit kader. "C.D.A.-actueel" heeft blijkbaar een redacteur in dienst die wellicht niet helemaal alle standpunten die in het C.D.A. leven verwoordt. Misschien kan de heer Eissens vanavond daarover iets zeggen. De VOORZITTER: De interpellatie is nu niet meer aan de orde, mijnheer Crul. De heer CRUL: Daarom kan ik toch wel vrien-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 850