19 MEI 1981 851 delijk aan iemand verzoeken om in verband daarmee nog iets te vertellen? De onderhavige nota is zeer moeizaam tot stand gekomen. Sinds 25 oktober 1979 hebben wij ons in de commissie openbare orde hiermee bezigge houden. Je zou daaruit de indruk kunnen krijgen dat het voor u als burgemeester, als verantwoorde lijke in dezen, nogal moeilijk is hiermee in de raad voor het voetlicht te treden. Het gaat hier bij ook om het afleggen van een stuk verantwoor ding, zoals in artikel 129 van de Gemeentewet wordt bedoeld. In de aanbiedingsbrief is een pas sage opgenomen die een beetje in die richting wijst. Dit is geen beleidsnota, maar een informa tieve nota, duidelijk bedoeld om informatie over te dragen. Er is dus sprake van een wat terughou dende opstelling, maar ik meen dat de raad zich daaraan dient te ontworstelen, omdat mijns in ziens het beleid ten aanzien van de politie in deze raad op dezelfde wijze dient te worden behandeld als alle andere zaken. Er zijn hearings in de stad gehouden, maar het is niet helemaal duidelijk wat die hebben be tekend. Wel kan worden gezegd, dat de burgerij die hearings zeer op prijs heeft gesteld. Er zijn nog al wat suggesties gedaan, maar het is moeilijk om er achter te komen in hoeverre die in de nota zijn terug te vinden. Wij hebben van een aantal punten in de nota met instemming kennis genomen. Dat geldt onder meer voor de stelling dat de taak van de politie niet alleen het handhaven van de rechtsorde be treft, maar dat het verlenen van hulp eveneens één van de belangrijke facetten is. In de nota wordt ook vastgesteld dat er thans sprake is van een complexe maatschappijwaarin geen enkele maat schappelijke groep het gelijk kan claimen. Dit is iets dat door ons van harte wordt onderschreven. De heer Strooper is in een aantal interviews op dat aspect al ingegaan. De stelregel is dat er geen geweld wordt gebruikt en dat er een voortdurende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 851