19 MEI 1981 853 was getreden kenbaar gemaakt dat hij over wijk agenten en wijkteams wel wat andere opvattingen heeft dan de vroegere commissaris. Wij zouden het een goede ontwikkeling vinden als zijn opvattingen zouden kunnen worden gerealiseerd en tot decentra lisatie van de politie zou kunnen worden gekomen. Onze fractie denkt genuanceerd over deze nota. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat, gelet op de nota en ook het optreden van de politie, moet worden gesproken van een sterk volgend en in wezen bevestigend beleid, en voor de dagelijkse gang van zaken van een tolerant optredend politie corps. Het volgend en bevestigend beleid wordt naar onze opvatting gesteund en misschien ook wel afge schermd door de behoudende pers. Ik had ook nog wat aantekeningen gemaakt voor de discussie van de vorige week met betrekking tot 30 april, onder meer de aantekening dat de discus sie in de commissie openbare orde en algemene za ken eigenlijk onvoldoende duidelijkheid heeft ge geven over het optreden van de politie in noodsi tuaties. Ik behoef daarover nu niets meer te zeg gen, want op 30 april is wel duidelijk geworden hoe in die situaties wordt gehandeld. Wij hebben al met nadruk De heer VAN DUIJL: Ik wil de heer Crul graag iets vragen. De VOORZITTER: Doet u dat maar. De heer VAN DUIJL: De heer Crul heeft gezegd dat de politie een volgend beleid moet voeren. Hij pleit toch niet voor een optreden in de zin van "als het kalf verdronken is dempt men de put"? De heer CRUL: Ik heb nog een ander woord gebruikt, want ik heb gesproken over een volgend én een bevestigend beleid. Het bleek ontzettend moeilijk te zijn -- het is ook bijna nooit ge lukt om in de commissie openbare orde wat andere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 853